Tijdelijke terugkeer VUT/Prépensioen

Een werkgever kon niet zomaar een regeling met zijn werknemer treffen, met als doel een overbruggingsuitkering tot de pensioendatum aan te bieden. Zo’n regeling werd sinds 1 januari 2005 beschouwd als een RVU, een Regeling Vervroegde Uittreding. Als daarvan sprake was, was de werkgever een eindheffing van 52% verschuldigd. Dat maakte zo’n regeling ineens een stuk minder aantrekkelijk. Echter, het wordt voor werkgevers nu toch mogelijk om met oudere werknemers afspraken te maken over eerder stoppen met werken, zonder dat daar een heffing over betaald moet worden. Het is een tijdelijke regeling.

Het Pensioenakkoord van juni 2019 maakt duidelijk, dat de regering openingen biedt aan de behoefte van flexibele mogelijkheden, om het pensioen te besteden. Daarnaast biedt zij een oplossing voor zware beroepen, waarin het voor oudere werknemers heel moeilijk is, gezond de steeds maar stijgende AOW-leeftijd te bereiken.

De tijdelijke RVU-vrijstelling maakt het mogelijk om tijdelijk aanvullende afspraken te maken met werknemers over eerder uittreden. Daarmee is de vrijstelling van de RVU-heffing met terugwerkende kracht in werking getreden per 1 januari 2021.

Van 2021 tot en met 2025 betalen werkgevers geen heffing over regelingen voor vervroegde uittreding (RVU-heffing) tót een bedrag dat netto overeenkomt met de AOW.

Wie kan van deze vrijstelling gebruikt maken en hoe werkt het?

De regeling geldt voor werknemers die binnen drie jaar hun AOW-gerechtigde leeftijd bereiken. Werkgevers kunnen vanaf 2021 tot en met 2025 tot een in de wet vastgelegd bedrag toekennen aan hun werknemers. Dit is vrijgesteld van de RVU-heffing. Het maximumbedrag dat is vrijgesteld is € 1.767,- per maand voor maximaal 36 maanden. Oftewel tot een totaal bedrag € 63.612,-.

Voor het treffen van de regeling geldt wederzijdse vrijwilligheid. Beide partijen moeten instemmen met het vervroegde vertrek. Een werknemer die graag wil doorwerken kan dus niet worden gedwongen eerder te stoppen. Zowel werkgever als werknemer dragen financieel bij aan een vervroegd vertrek.

Een voorbeeld ter verduidelijking. De Jong bereikt op 14 juni 2023 zijn AOW-leeftijd. Hij ontvangt op 1 juli 2021 een eenmalige RVU-uitkering van zijn werkgever. De periode tussen het ontvangen van de uitkering en zijn AOW-leeftijd bedraagt 23 maanden en 14 dagen. Deze periode mag op hele maanden naar boven worden afgerond, zodat 24 maanden in aanmerking worden genomen voor de drempelvrijstelling. De vrijstelling bedraagt (24 x € 1.767,-) € 42.408,- . De werkgever was over dit bedrag 52% (€ 22.052,-) eindheffing verschuldigd. Dat is met deze vrijstelling tijdelijk niet meer aan de orde.

De praktische uitvoering

Vanuit de wet bezien is er geen verplichting om de RVU-uitkering maandelijks te doen. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) streeft zo veel mogelijk naar een maandelijkse betaling. De reden daarvoor is tweeledig. Enerzijds houdt het maandelijks betalen verband met de mogelijkheid om een eventuele WW-uitkering te kunnen verrekenen met de RVU-uitkering. Anderzijds wijst men op het “doenvermogen” van mensen. De vrees bestaat dat mensen het zelf niet goed spreiden en in de problemen komen.

De financiële situatie van de werkgever wordt hierbij ook niet vergeten. Het is zaak om duidelijk aan de doelgroep aan te geven op welke manier en op welke voorwaarden deelname aan de RVU-regeling mogelijk is en of een werknemer, bijvoorbeeld in een volgend jaar, alsnog kan deelnemen, eventueel met prioriteit.

Als werkgever kun je dus een limiet stellen aan het aantal medewerkers, dat gebruik gaat maken van de regeling.

In eerste instantie werd gedacht aan werknemers met zwaar werk, maar deze tijdelijke regeling staat open voor alle werknemers! Behalve over zwaar werk, gaat het dan ook om werknemers die niet hebben kunnen anticiperen op de verhoging van de AOW-leeftijd.

Om de werkgever en de werknemer te helpen bij deze regeling raden wij aan om dit samen te doen met een pensioenadviseur. Dit om zicht te krijgen op de inkomenssituatie na deelname aan de regeling. Als een werknemer eerder stopt met werken heeft dit gevolgen voor de pensioenopbouw en de afdracht aan pensioenpremies.

Het pensioenakkoord regelt nieuwe regels en wetgeving en kan op veel manieren consequenties hebben voor uw bedrijfsvoering en pensioenbeleid.

Leg uw vragen aan ons voor, Pitaal zorgt voor antwoorden.